Er zijn drie redenen waarom wij heel graag rommelmarkten en kringloopwinkels afstruinen om de inboedel voor onze onderneming bij elkaar te scharrelen. Nee wacht, vier zelfs. De eerste reden spreekt voor zich. En dit is voor sommigen misschien wel een negatief elementje dat dan aan kringlopen kleeft: het is goedkoop. En dan volgt al snel de gedachte ‘hm, dat kan niet iets zijn’ of ‘tja, het is nu eenmaal rommel’. Maar dat gaan we rechtzetten. Let op!
De tweede reden – een hele belangrijke – is het duurzaamheidsaspect. Ja, we kunnen alles nieuw kopen (hypothetisch gezien) maar er is in het verleden al heel veel gemaakt in ateliers, loodsen en fabrieken, dat nog heel prima een tweede of derde leven kan leiden. We leven in een weggooimaatschappij. We kopen heel makkelijk iets nieuws. Maar we zijn blij dat er toch ook een trend is ingezet dat spullen die nog best prima zijn, op de een of andere manier worden aangeboden om een nieuwe eigenaar te vinden. Hergebruik van materiaal dus. Hoe duurzaam is dát!
Als derde reden wil ik aanvoeren: tweedehandsspullen zijn ook vaak kwaliteitsspullen. Nee, niet altijd, dat klopt. Maar een meubelstuk, een kunstitem of een keukenaccessoire dat nog goed genoeg is om te worden doorverkocht, is ooit vanuit vakmanschap in elkaar gezet. Er is kwaliteitsmateriaal gebruikt. Het zijn goede, degelijke spullen. Vaak ook tijdloos. Niet te vergelijken met de massaproductie van de goedkopere warenhuizen. En de gebruikssporen in en op oude kasten of tafeltjes, dat is toch alleen maar gaaf! In welk huis zal deze tafel hebben gestaan? Bij wie heeft dit Delfts Blauw aan de muur gehangen?
En zo rollen we automatisch naar de vierde reden om tweede-, derde- of vierdehands te gaan shoppen: de spullen hebben een verhaal. De spullen hebben een ziel. Er kleeft een geschiedenis aan. Soms weet je die niet en soms krijg je het verhaal er gratis bij.
Zo zijn we vandaag (27 september 2025) naar een Dorfflohmarkt in Niederbettingen geweest. Wat een leuk, warm, pittoresk dorpje. Wederom hele vriendelijke mensen, maar dat is sowieso onze ervaring met de Duitsers. We voelen ons hier enorm welkom. En dat komt misschien ook wel doordat we zelf open staan voor een praatje. Wij kletsen wel en vragen even door waar een bepaald item vandaan komt.

Het verhaal van de stoel is bijvoorbeeld een leuk verhaal. De verkoper was een handelaar. Altijd op zoek naar spullen om dan op een vlooienmarkt te verkopen. Toen we vroegen waar hij deze stoel vandaan had, vertelde hij heel eerlijk dat ie door mensen bij het grof vuil was gezet. De man vertelde dat hij altijd even op pad gaat, als er ergens “vuil” aan de weg wordt gezet, maar dit was een toevalligheidje. Hij was op weg naar een vriend en daar stond opeens deze stoel. Hij had nog gekeken of er een sticker of een plaatje op zat, maar dat was niet het geval. Dus we mochten ‘m meenemen voor 40,- euro.
Ondertussen hebben wij iets meer gedaan dan kijken of er ergens een naam op stond. Lang leve de moderne technieken. Met Google Lens kun je zoeken op afbeeldingen en jawel, de stoel is een designer item. Kon ook bijna niet anders want de kwaliteit was top, het model tijdloos en zeker niet van gisteren. Zie je nou, de punten 1, 2, 3 en 4 van hierboven kunnen we afvinken. Voor een klein bedrag hebben we een prachtige Deense designerstoel van de ontwerper Erik Kirkegaard. Waarde: tussen de 350,- en 600,- euro. Dat hebben de mensen die ‘m aan de weg hebben gezet vast niet geweten.

Een ander pareltje is het schilderijtje met bloemen. Megakneuterig met zo’n gouden lijstje. De verkoopster vertelde dat ze veel schilderijen met bloemen had gekocht in het verleden. Ze had er inderdaad meerdere staan. Maar deze sprong eruit. Mooi geschilderd, kleurig en met een heel mooi, gouden lijstje. Tot mijn verbazing wilde de vriendelijke dame er slechts 15,- euro voor hebben. Ik werd al blij van het kunststukje zelf, maar de prijs trok me over de streep. Bij deze een nieuwe eigenaar gevonden. Uiteraard hebben we de naam van de schilder geGoogle-Lensd, maar geen resultaat. Geeft niet. Ik word blij van het plaatje zelf.
En dan de zeepdispenser. Een voorwerp dat we met vijf badkamers en drie aparte toiletten echt nodig hebben. De man vertelde dat hij vroeger ‘in de sauna’s’ had gezeten. Hij had deze dispenser voor een klant besteld, maar de look-en-feel was niet de smaak van de klant. En zo belandde de zeepdispenser, in haar originele doos, op de tafel van de Dorfflohmarkt om straks een plekje te krijgen in één van de badkamers.
Nog een gelukje: het koffiezetapparaat. De Philips bonenmachine waar we tegenaan liepen zag er nieuw uit. En dat klopte ook wel. De verkoopster vertelde dat het apparaat van haar oude vader was. ‘Maar hij heeft toch liever ouderwetse filterkoffie’. Dus de machine was nauwelijks gebruikt en hij is voor het vriendelijke bedrag van 30,- euro van eigenaar verwisseld. We hebben thuis direct een bakje gezet. Heerlijke koffie van een apparaat dat je nog steeds kunt kopen voor… 399,- euro. We zijn er blij mee.
Net als met de thermo-schalen voor in de nieuwe keuken, het Delfts blauwe bordje (voor kamer Aardrijkskunde) de doos met pimpelpaarse kerstballen (voor een kerstboompje in kamer Rekenen) en de houten schildpad, die natuurlijk perfect in kamer Biologie gaat passen. Couzijn had er 5,- euro voor betaald. Dat leek me een beetje veel, maar door het verhaal erachter klopte het. De vrouw vroeg: 5,- euro ‘want dan kan ik zo lekker een broodje worst kopen’. Nou dat broodje worst was haar van harte gegund. Zij blij, wij blij. Mooi toch?
